If sentences in Dutch and English
‘If’ sentences in Dutch with English pronunciation. Here you learn English to Dutch translation of If sentences and play If sentences quiz in Dutch language also play A-Z dictionary quiz. Here you can easily learn daily use common Dutch sentences with the help of pronunciation in English. It helps beginners to learn Dutch language in an easy way. To learn Dutch language, common vocabulary and grammar are the important sections. Common Vocabulary contains common words that we can used in daily life.
If sentences in Dutch and English
The list of 'If' sentences in Dutch language and their pronunciation in English. Here you learn the list of English sentence to Dutch translations.
If I were you, I would trust her | als ik jou was, zou ik haar vertrouwen |
If I had money, I could buy it | als ik geld had, zou ik het kunnen kopen |
If he's fluent in English, I'll hire him | als hij vloeiend Engels spreekt, zal ik hem inhuren |
If he had studied harder, he would have passed the exam | als hij harder had gestudeerd, was hij geslaagd voor het examen |
If you want to make your dreams come true, keep on trying | als je je dromen wilt waarmaken, blijf het proberen |
If you want a pencil, I'll lend you one | als je een potlood wilt, leen ik je er een |
If you find a mistake, please leave a comment | als je een fout vindt, laat dan een reactie achter |
If you follow this street, you will get to the station | als u deze straat volgt, komt u bij het station |
If you go to the movies, take your sister with you | als je naar de film gaat, neem dan je zus mee |
If there is anything you want, don't hesitate to ask me | als er iets is dat je wilt, aarzel dan niet om het mij te vragen |
If I were rich, I would go abroad | als ik rijk was, zou ik naar het buitenland gaan |
If he comes, ask him to wait | als hij komt, vraag hem dan te wachten |
If it rains, we will get wet | als het regent, worden we nat |
If you study hard, you will pass your exam | als je hard studeert, slaag je voor je examen |
If you give respect, you get respect | als je respect geeft, krijg je respect |
If I were you, I would trust her | als ik jou was, zou ik haar vertrouwen |
If I had money, I could buy it | als ik geld had, zou ik het kunnen kopen |
If he's fluent in English, I'll hire him | als hij vloeiend Engels spreekt, zal ik hem inhuren |
If he had studied harder, he would have passed the exam | als hij harder had gestudeerd, was hij geslaagd voor het examen |
If you want to make your dreams come true, keep on trying | als je je dromen wilt waarmaken, blijf het proberen |
If you want a pencil, I'll lend you one | als je een potlood wilt, leen ik je er een |
If you find a mistake, please leave a comment | als je een fout vindt, laat dan een reactie achter |
If you follow this street, you will get to the station | als u deze straat volgt, komt u bij het station |
If you go to the movies, take your sister with you | als je naar de film gaat, neem dan je zus mee |
If there is anything you want, don't hesitate to ask me | als er iets is dat je wilt, aarzel dan niet om het mij te vragen |
If I were rich, I would go abroad | als ik rijk was, zou ik naar het buitenland gaan |
If he comes, ask him to wait | als hij komt, vraag hem dan te wachten |
If it rains, we will get wet | als het regent, worden we nat |
If you study hard, you will pass your exam | als je hard studeert, slaag je voor je examen |
If you give respect, you get respect | als je respect geeft, krijg je respect |
If you work hard, you will succeed | als je hard werkt, zul je slagen |
If you invite them, they will come | als je ze uitnodigt, komen ze |
If I studied, I would pass the exam | als ik zou studeren, zou ik slagen voor het examen |
If you rest, you will feel better | als je rust, voel je je beter |
If you need me, you can call me at home | als je me nodig hebt, kun je me thuis bellen |
If you want to pass the exam, you should study much harder | als je het examen wilt halen, moet je veel harder studeren |
‘If’ sentences in other languages (40+)
Top 1000 Dutch words
Here you learn top 1000 Dutch words, that is separated into sections to learn easily (Simple words, Easy words, Medium words, Hard Words, Advanced Words). These words are very important in daily life conversations, basic level words are very helpful for beginners. All words have Dutch meanings with transliteration.
Dutch Vocabulary
Job
Law
Gems
Time
Food
Bird
Color
Month
Fruit
Ocean
Cloth
Shape
Crime
Planet
Season
Zodiac
Flower
Plants
Number
Quizzes
Dutch Grammar
Fruits Quiz
Animals Quiz
Household Quiz
Stationary Quiz
School Quiz
Occupation Quiz